Alles wat je wilt weten over de Hoge Venen

Geplaatst: 20-12-2019

Wanneer je natuur in alle schoonheid wilt ervaren, dan is het gebied de Hoge Venen in de Ardennen en de Eifel de plek waar je moet zijn in de Oostkantons. Op deze plek vind je meer informatie over de natuur, toerisme en het klimaat in dit gebied. Zo is er voldoende over het ontstaan van dit gebied. Ook is het goed om te bekijken waar je allemaal naartoe kunt en wat je er kunt vinden.

Wat zijn de Hoge Venen?

De Hoge Venen is een natuurgebied van 5.000 hectare. Al sinds 1957 kent het een beschermde status. Het bestaat volledig uit veen gebieden en is ook nog eens het oudste beschermde gebied van Wallonië. Dit is ook een belangrijke reden waarom het zo bekend is. In de omgeving is ook een groot bosgebied van 67.000 hectare te vinden is, onder andere in Natuurpark Hoge Venen-Eifel. Dit gebied kan zich gemakkelijk met de meer bekende bestemmingen meten als het gaat om de schoonheid van het gebied een de diversiteit in natuur die hier te vinden is.

Een echte wildernis

In de Hoge Venen is ook echte wildernis te vinden. Dit is in de lage landen bijna nergens meer te vinden, maar het plateau van de vierhoek Eupen-Monschau-Malmedy-Spa biedt dit nog altijd. De bergen met toppen tot 694 meter zijn gevormd van leisteen. Nergens in de Benelux reiken bergen hoger. Dit vormde tienduizend jaar geleden de basis voor de eerste venen. Die zijn hier nog altijd te vinden.

Rondom het plateau zijn steden en dorpen te vinden. Het plateau is echter ongerept omdat bewoning en landbouw er nooit een kans hebben gekregen. Het is er leeg en open, wat vooral in de winter bijzondere gezichten oplevert. Vooral de echte liefhebbers en wandelaars zijn hier op hun plaats. Dit komt onder andere door de extreem voedselarme bodem en het arctische klimaat dat 8 maanden per jaar winter kent. Dit remt de groei van de natuur waardoor de flora en fauna zoals die nu is de kans krijgt.

Toeristische informatie over de Hoge Venen

De Hoge Venen biedt ruimte aan verschillende natuurcentra die elk gemakkelijk te bereiken zijn. Deze vind je onder andere in Waimes en Eupen. In Waimes is het centrale centrum te vinden van het gebied. Hier is ruime parkeergelegenheid, bevindt zich de balie, de shop, het museum en een bistro. In Eupen is sinds 1999 het regionaal centrum voor milieupedagogiek geopend. Vanaf deze zijde zijn de noordelijke venen zoals Brackvenn, Steinley Venn en Kutenhart goed te bereiken, maar ook de valleien en zijrivieren in dit gebied.

Informatie over het klimaat

Het klimaat van de Hoge Venen wordt grotendeels bepaald door de 8 maanden durende winter. Dit betekent dat er gemiddeld 200 dagen neerslag valt en 150 dagen per jaar mistvorming ontstaat. Vochtigheid staat hier daarom centraal. Ook de zomers zijn nat en koel. Terwijl het in de winter pooltemperaturen kan aannemen in dit gebied. Op 134 dagen per jaar valt vorst vast te stellen en 43 dagen per jaar ligt er sneeuw. In de nacht kan het tot -20°C afkoelen. Dit begint al tegen het einde van de maand augustus en blijft voortdurend tot einde mei. Sneeuwen doet het al vanaf begin november. Ook dit kan tot eind mei voorkomen. De zomermaanden kennen een gemiddelde temperatuur van 6.5°C.

Een plek zoals geen andere

Met de heide en het hoogveen is De Hoge Venen een plek zoals geen andere in dit deel van de wereld. Normaal gesproken is dit type natuur nog noordelijker, of op grote hoogte te vinden. De kou en de vochtigheid spelen hierin een rol. Ook de samenstelling van de grond draagt bij aan de bijzondere flora en fauna in dit gebied. Dit maakt de plek onvergelijkbaar met andere delen in België en Nederland.

Er is een goede verklaring voor het feit dat dit ecosysteem een kans krijgt te bieden. Het plateau in dit gebied vormt het eerste obstakel voor de wolken die vanaf de Atlantische kust worden aangevoerd. Daardoor regent het meer dan op andere plekken in het land. Dit kan oplopen tot 1400mm per jaar. Bovendien kan het regenwater door de rotsen en de klei nauwelijks de ondergrond in. Dit zorgt voor het moerassige resultaat van venen.

Het ingrijpen van de mens

Aan het begin van de jaartelling, zo’n 2000 jaar geleden, was dit de plek waar loofbomen een groot woud vormen, met hier en daar hoogveen. Vanaf de middeleeuwen is dit woud langzaam maar zeker ontgonnen en vormde het landschap zich meer en meer tot wat het nu is. Dit zorgde voor een ingrijpende verandering. De kap, begrazing en veenwinning maakten er een open landschap van. In de negentiende eeuw werd gekozen voor het aanplanten van fijnsparren, wat het gebied opnieuw veranderde. Sindsdien is het toerisme een belangrijke factor.

De rol van het water in dit gebied

De overvloedige neerslag dat via de turfbodem het gebied uit sijpelt, vormt de basis voor kleine beken in deze streek. Die komen samen en zwellen aan op het moment dat ze van het plateau afdalen. Daar zijn de echte bergbeken te vinden. Deze beken trekken verschillende richtingen op: Bayehon, Eau Rouge, Eschbach, Helle, Holzwarche, Roer, Soor, Trôs Marets en Warche, Polleur en Hoëgne, Statte en Sawé, Gileppe, Getzbach, Vesder, Steinbach, Jansbach en Olef(bach). De beken kunnen van rustig kabbelend tot onstuimig stromen door de venen en bossen banen om in de omringende dalen uit te komen. Vanaf de hoger gelegen punten levert dit adembenemende plaatjes op.

Het veenwater vormt ook de vijf grote stuwmeren rond dit gebied. Vier van die meren zijn op Belgisch grondgebied te vinden. Dit is ook de reden waarom de oudste en bekendste stuwdam in de Hoge Venen te vinden is. Dit is de dam van Gileppe. Die dam ligt er al sinds 1975. De bouw was geen geringe prestatie voor die tijd. Met een gewicht van 130 ton en een hoogte van 13,5 meter was het destijds al een indrukwekkend gezicht.

In de eerste plaats was het de bedoeling om het water te gebruiken voor de textielindustrie van Vervier. Daar was 40 miljoen liter water per dag voor nodig in die tijd. Het stuwmeer is net als dat van de Vesder en de Warche inmiddels vooral van toepassing voor het gebruik van drinkwater voor meer dan een miljoen inwoners. Ook wordt er groene stroom mee opgewekt.

Bijzondere vorstheuvels te bekijken

De Hoge Venen bevat ook een aantal duidelijk herkenbare resten van lithalsen. Dit is een verschijnsel dat ook bekendstaat als een vorstheuvel. Dit is een grote ronde heuvel die een diameter van tientallen tot honderden meters kan hebben. Aan de binnenzijde van de heuvels zijn kleine ijslenzen te vinden. Deze lithalsen zijn voornamelijk in de Hoge Venen en in Wales te vinden, maar komen zelden voor op andere plekken.

De flora van de Hoge Venen

In de Hoge Venen is een reeks aan zeldzame soorten te vinden die alleen in venen en vochtige gebieden te vinden zijn. Beenbreek, heide, kleine veenbes, lavendelheide, wolgras en zevenster zijn hier goede voorbeelden van.

Het ecosysteem van de hoogvenen

Het veen wordt gevormd in de hoogvenen. Dit komt omdat veen bestaat uit organisch materiaal dat niet volledig is verteerd. Er zijn daarvoor een aantal factoren nodig. Zo is er wateraanvoer door regen en wegsijpelend hellingwater nodig. Die aanvoer moet sterker zijn dan het waterverlies door bijvoorbeeld afvoer en verdamping. Daarnaast moet het water op deze plekken stageneren in plaats van stromen.

De vorming van veenmos

Een opvallende verschijning in de Hoge Venen is het dikke groene veenmos. Deze veenmoskussens bestaan uit kleine sporenplanten die goed tegen vochtige en voedselarme omstandigheden kunnen. Het groeit aan de bovenzijde en sterft aan de onderzijde. Dit is de manier waarop veen gevormd wordt.

Dit veenmos neemt gigantische hoeveelheden water op. Het kan regen- en grondwater opnemen tot het 20 maal zo zwaar is geworden. Dat betekent dus dat een kilo veenmos 20 liter water in zich opneemt. Dit maakt het voor veenmos mogelijk om ook tijdens grote droogte goed te overleven. Overigens neemt ook de dode veenlaag onder het mos zeer veel water op. Dit geeft het dan pas langzaam weer af.

Veenplanten die veel voorkomen

Veenplanten die veel te zien zijn, zijn veenpluis en wollegras. Vooral het wollegras geeft in de lente veel vrolijke pluisbolletjes af in het veen. Een andere bekende veenplant is beenbreek. Deze bloeit geel in de maand juli. Daarnaast is zonnedauw altijd veel terug te vinden. De bladeren hebben daar kleverige druppeltjes aan zodat het altijd dauw lijkt. Dit is een manier om insecten te lokken. De eiwitten die daarmee vrijkomen helpen de zonnedauw alles wat het tekortkomt uit de voedselarme bodem aan te vullen. Daarnaast zijn er verschillende soorten bosbessen te onderscheiden. Dit zijn de bekende soorten, namelijk de rode en blauwe bosbes, maar ook de rijsbes. De Hoge Venen bieden daarnaast ruimte aan een heel scala aan planten dat je niet op andere plekken zal tegenkomen. Lavendelheide en veenbes zijn daarvan de bekendste.

Bijzondere vormen van natuur

Er zijn bijzondere natuurverschijnselen in de Ardennen-Eifel te onderscheiden. In de valleien de Holzwarche, de Warche, de Jansbach, de Olef, de Perlbach en de Hohnbach komen in de maand april miljoenen wilde narcissen tot bloei. Wat zorgt voor een lang aanhoudende gele gloed over het gehele gebied gedurende enkele weken. Dit past natuurlijk perfect bij de paassfeer die op dat moment overal leeft. Het is ook een reden voor vele wandelaars om juist dan het gebied te bezoeken.

De fauna van de Hoge Venen

Ook de fauna in de Hoge Venen is flink anders dan op veel andere plekken in het land het geval is. Dit maakt het ook interessant om te bekijken wat je hier zoal kunt tegenkomen. Natuurlijk is er ruimte voor groot wild. Denk aan edelherten, everzwijnen en de ree. Al zijn dit beperkte aantallen. Dat geldt ook voor de das, vos en wilde kat.

Een bedreigde diersoort

Hoewel er vele soorten dieren terug te vinden zijn op de Hoge Venen, is er een specifieke soort die extra de aandacht verdient. Dit betreft de korhoen, ook wel bekend als de venenkip. Deze komt nagenoeg nergens in het land meer voor. Deze hanen bieden een zeer interessant paarritueel in het voorjaar om op die manier de wijfjes te imponeren. Deze soort staat op de lijst van bedreigde soorten en ook op de Hoge Venen zijn er niet veel. Daarom wordt in een samenwerking tussen Belgische, Duitse en Nederlandse specialisten getracht de bevolking van de korhoen op de Hoge Venen te vergroten. Daarvoor zijn Zweedse korhoenen uitgezet.

De vogelsoorten in het gebied

De Hoge Venen zijn broedplaats voor de dwerguil, havik, graspieper, grauwe klauwier, middelste bonte specht, raaf, rode wouw, ruigpootuil, sprinkhaanzanger en zwarte ooievaar. Zowel tijdens de voorjaarstrek als de najaarstrek zijn ook flinke groepen kraanvogels in het gebied te vinden. In de winter zijn de barmsijs, goudvink, blauwe kiekendief, kruisbek en klapekster aanwezig.

Veel ruimte voor veenvlinders

Zowel de venen als de valleien met hun beken zijn goed leefgebied voor veel soorten veenvlinders. Blauwe en rode vuurvlinder, ringoogparelmoervlinder, purperstreepparelmoervlinder, veenbesparelmoervlinder en zilveren maan komen hier voor, maar zijn wel zeldzaam. Zij kiezen hun gebieden specifiek uit vanwege de flora. Dat geldt ook voor tientallen soorten libellen en een aantal kleine insecten.

Hoge Venen-Eifel als natuurpark

Al sinds de stichting in 1971 is het natuurpark groter dan de landsgrenzen. 70.000 hectare is in België te vinden terwijl 170.000 hectare in Duitsland ligt. Daardoor worden beide delen van het park autonoom bestuurd. Wel is er een gemeenschappelijk plan voor het landschap en de ontwikkeling van het gebied dat wordt ontwikkeld door een gemengde commissie.

Maatregelen voor harmonisering van het natuurpark

Er zijn verschillende maatregelen genomen om het natuurpark verder te harmoniseren met wat de bevolking van belang vindt. Zo worden er in het natuurpark concrete zaken aangepakt. Een voorbeeld is het in goede banen leiden van grensoverschrijdende maatregelen ter herstel van de natuur. Zo wordt de natuur verder ontwikkeld, maar wordt ook bewustwording bij de eigenaren en de bezoekers van het park verzorgd.

Er zijn door de jaren heen verschillende projecten aangepakt. Zo is het naaldbos weggehaald om op die manier de natuurlijk dieren en planten terug te krijgen. Dit is vooral in de rivierdalen en langs de beekjes het geval. Ook is er voor bescherming van de rivierovers tegen vernieling door vee gezorgd. Daarnaast wordt gezorgd voor bescherming van de rivierparelmossel bij de Our.

Het gaat niet alleen om het uitvoeren van deze projecten. Ook brengt het de risico’s voor natuur en milieu in kaart bij bouwvergunningen in het gebied. Daarvoor worden zorgvuldige analyses uitgevoerd. Het centrum is bovendien ook deels verantwoordelijk voor het in goede banen leiden van de hoge aantallen van toeristen tijdens de sneeuwmaanden.

Lange geschiedenis

In januari 1971 is op initiatief van de provincie Luik een stichting voor Natuurpark Hoge Venen-Eifel opgericht. In 1984 is begonnen met de bouw van Natuurparkcentrum Botrange. Dit is aan de rand van het park de Hoge Venen te vinden. Door de jaren heen hebben tienduizenden bezoekers het centrum al bezocht. Het biedt dan ook de nodige toegevoegde waarde op deze wijze.

Een blik op het natuurreservaat

Het natuurpark vormde het begin van het project. Dit kreeg in juli 1985 en wettelijke status als natuurpark. Het is daarbij belangrijk om wel te beseffen dat er een wettelijk verschil bestaat tussen een natuurpark en een natuurreservaat. In een reservaat draait het om maatregelen die genomen worden ter bescherming van planten en dieren en is geen bewoning mogelijk. In een natuurpark kan dit wel. Daar gebeurt het wonen in harmonie met de natuur.

De omvang van het natuurreservaat van de Hoge Venen is ongeveer 4.500 hectare. De manier waarop hierop wordt toegezien is ook vele malen strenger. Het Waals gewest is hiervoor verantwoordelijk. Dit is anders dan in Natuurpark Hoge Venen-Eifel gebeurt door het speciale beheerscomité. Dit heeft een oppervlakte van ongeveer 70.000 hectare. Dit loopt van Eupen tot de grens met Luxemburg.